Milieu
Wilt u weten of uw bedrijf voldoet aan de milieuwetgeving of wilt u een vergunning aanvragen? De milieureglementering is een ingewikkeld kluwen, daarom kan u bij ons terecht voor een begeleiding op maat van uw bedrijf.
Milieuaudit
Indien u niet meer zeker bent of uw inrichting nog voldoet aan de geldende regelgeving of indien de overheid het oplegt (decretale milieuaudit) kunnen wij voor uw inrichting een milieudoorlichting doen.
Milieueffectenrapport (MER)
Intensieve veehouderijen met een bepaalde bedrijfsgrootte moeten samen met hun omgevingsvergunning, ook een milieueffectenrapport laten opmaken. In deze studie wordt er onderzocht wat de mogelijke gevolgen voor mens en milieu zijn bij bepaalde activiteiten. BE & Partners werkt samen met MER-deskundigen voor de opmaak van uw MER.
Herstructureringsbeleid – programmatische aanpak stikstof (PAS)
De overheid voorziet een flankerend beleid voor landbouwbedrijven die een te grote stikstofdepositie hebben en deze niet meer naar een aanvaardbaar niveau kunnen terugbrengen.
Het flankerend beleid bestaat eruit dat de getroffen landbouwers zich kunnen laten begeleiden door een erkend adviesdienst en dat zij samen zoeken naar de mogelijke herstructureringsmaatregelen.
BE & &Partners werd door de overheid erkend als adviesdienst.
Milieucoördinator A en B
Bepaalde klasse 1 bedrijven hebben een milieucoördinator nodig (A of B).
Hij/zij voert volgende taken uit op uw bedrijf:
- Waken over de naleving van de milieuwetgeving
- Waken over de voorgeschreven metingen en registraties
- Voorstellen dien i.v.m. bedrijfsmilieubeheer
- Adviesverlening over investeringen met mogelijke gevolgen voor het milieu
Passende beoordeling
Wanneer uw inrichting een “betekenisvolle impact” kan hebben op een speciale beschermingszone (SBZ) moet u bij uw omgevingsaanvraag een passende beoordeling toevoegen. In een passende beoordeling wordt onderzocht wat de mogelijke effecten van uw exploitatie zijn op de SBZ.
Uw aanvraag kan slecht goedgekeurd worden als uit de passende beoordeling blijkt dat uw inrichting geen betekenisvolle aantasting van de natuurlijke kenmerken van de SBZ veroorzaakt.
Bij de opmaak van uw passende beoordeling wordt er gezocht naar “milderende maatregelen” die kunnen worden toegepast om het effect terug te brengen tot een “aanvaardbaar niveau”.